MIND Published Wat houdt dit in?

René en Kees in gesprek

10 mei 1946 geboren in Amsterdam. Vader was alcoholist. Mijn broer werd later ook alcoholist. Die is tien jaar ouder dan ik. Komt uit een middenstandsgezin maar ook een problematisch gezin.

Een vader en een broer die erg leden onder hun huidskleur, een donkere Indische huidskleur. In die tijd voelde ze zich toch wel gediscrimineerd en minderwaardig. Mijn Joodse moeder heeft geleden onder de tweede wereldoorlog doordat de familie weggehaald is en het gedrag van mijn vader. Een vrouw die totaal geen liefde meer kon geven. Ik kom uit een gezin waar manipulatie troef was, een gezin wat in tweeën gedeeld was. Mijn broer met mijn moeder en mijn vader met mij. Een vader die mij aan alle kanten verwende.

Van heel jongs af aan heb ik geweten dat ik aan de drugs zou gaan. Mijn broer zat heel erg in de jazz scene dus ik ben er mee opgegroeid. Toen ik een jaar of negen was overleed Charlie Parker aan drugs, dat kwam allemaal bij me binnen. Het boeide me. Het interesseerde me. Ben al heel jong begonnen met zuipen. Als ik nu hoor van kids die comadrinken komt me dat heel bekend voor.

Want?

Ik zoop door tot ik niet meer kon, toen was ik 14-15 jaar. Het kwam wel voor dat ik helemaal van de kaart was. Ook op latere leeftijd toch wel regelmatig op straat gevonden en wakker geworden in een politiecel. Toen ik een jaar of 19-20 was ben ik bewust met drugs begonnen. Mijn toenmalige vriendin had van die vermageringspillen uit Spanje, dat was gewoon speed. Een nichtje van mij, waar ik veel kwam, spoot al opium, zover was ik voor mijzelf nog niet. Op mijn 24ste (ben nu 68) ben ik voluit aan de drugs gegaan. Van blowen tot speed spuiten en door blijven zuipen. Op mijn 26ste ben ik met de coke en heroïne in aanraking gekomen. Heroïne is mijn drug of choise. In 1986 woonde ik in Harlem New York waar ik met crack in aanraking kwam.

Waarom? De keuze tussen speed of heroïne is een wereld van verschil

Dat ga ik je nu uitleggen. Mijn narcisme heeft mij gered van de heroïne, omdat ik altijd de drang heb gehad het te gaan maken op de een of andere manier. Ik ben altijd onderweg geweest om het te maken maar mijn verslaving heeft er altijd een eind aan gemaakt. Omdat ik dingen niet kon afmaken en dingen totaal verkankerde in mijn leven.

Heroïne gaf mij de rust waar ik naar op zoek was. Op het moment dat ik zag dat ik tot niks meer kwam, stopte ik daarmee. En dan had ik weer de speed, coke en de alcohol nodig om mezelf voorbij te gaan rennen. En het weer proberen het te gaan maken. Tot ik zag dat het niet lukte en dan ging ik weer aan de heroïne tot ik voor mezelf het gevoel had dat ik de Zeedijk afgleed en dan stopte ik weer.

Ging dat niet gepaard met onthoudingsverschijnselen? Afkicken of…

Afkicken was voor mij geen probleem want er kwam altijd iets anders voor in de plaats.

Nou ik bedoel eigenlijk dat als je van alcohol afkickt je vaak toch met ernstige onthoudingsverschijnselen te maken krijgt. Dat los je niet op door speed te gaan gebruiken. Het leidt wel een beetje af maar…

Het leidt af, maar laat ik het anders zeggen ‘ik kon met mijn onthoudingsverschijnselen wel leven’, dan blowde ik of er was iets anders. In de laatste 45 jaar was ik of aan de wiet en de hasj, of aan de drank en de speed, of ik was aan de heroïne. Uiteindelijk aan alles tegelijk. Niks werkte meer dus ik moest alles door elkaar gebruiken.

Multi gebruiker. Op zoek naar kick of roes of zoiets, wat natuurlijk ook best wel zo zijn aardige kanten heeft.

Ik vond drank niet lekker! Laatst had ik het er met iemand over dat als ik dronk, ik dronk niet maar ik pakte mijn glas en klokte het in één keer naar binnen, ik wilde die rush, die flash hebben, heerlijk.

Maar met alcohol duurt het toch wat langer voordat het in je bloed zit.

Ja maar je probeert het wel en voor mij was alcohol altijd zo van ‘dan zat ik nog in de samenleving’. Dan had ik het gevoel dat ik nog bij de wereld hoorde. Later ben ik erachter gekomen dat ik zo veel zoop om van de heroïne af te blijven.

Hoe ging dat met werken, je moet toch geld genereren?

Ik heb met schilderijen gevent in Duitsland. Vertegenwoordiger geweest, manager van popgroepen, barkeeper. Heb allerlei banen gehad, uitkeringen gehad, ik heb alles gedaan. Alles wat ik begon, dat begon goed maar werd door mijn gebruik afgebroken.

Een jaar lang heb ik thuis in de Bijlmer opgesloten gezeten met een concentratiekampsyndroom. Elke dag was ik er mee bezig. Dat komt vaker voor bij tweede generatie oorlogsslachtoffers. Ik wilde een nummer in mijn arm laten tatoeëren maar in plaats daarvan een Davidster laten zetten. Later heb ik die eruit laten snijden want ik ging naar Irak en dat was net na de Golfoorlog.

Waarom had je een Davidster in je arm laten graveren?

Dat was onderdeel van mijn ziekte op dat moment. Het was een identificatie met m’n grootmoeder. Mijn echtgenote hield dat niet vol en ging bij een vriendin slapen. Ze ging gewoon naar haar werk en kwam dan s ’avonds om een uur of zes thuis, maakte eten en vertrok weer.

Op een gegeven moment kreeg ik van een vriendje een boek van Charles Bukowski getiteld ‘het postkantoor’, De laatste zin uit dat boek was: ‘en toen ben ik gaan schrijven’. Toen riep ik eureka, ben mijn huis uitgegaan en heb een versterker en een basgitaar gekocht. Toen mijn vrouw thuis kwam zei ze ‘wat ga je doen’? Ik wordt muzikant. Ze zei ‘je bent niet goed bij je hoofd, jij op je ouwe dag. Toen zei ik ‘bevalt het je niet’? Nee. Ik heb mijn spullen gepakt, ben weggegaan en in bandjes gaan spelen. Dat is eigenlijk het begin geweest van mijn artistieke carrière als muzikant, kunstschilder, fotograaf en schrijver.

Je hebt het nu over een vrouw?

Ik heb drie huwelijken achter de rug. Met mijn derde vrouw ben ik zo’n vijftien jaar getrouwd geweest. Dat heb ik zo lang vol gehouden omdat ze heel rijk was. Veel gereisd en in het buiteland gewoond. Totdat ik in 2002 in Milaan een Italiaanse leerde kennen en van mijn derde vrouw ben afgegaan. Met die Italiaanse heb ik in Milaan een jaar mee samen gewoond. Toen kreeg ik het aan mijn ogen en zijn we in 2004 terug naar Amsterdam gegaan.

Ik wilde het maken in Milaan. Had ook alle kansen. Een goede relatie van een tijdschrift zei tegen me: ‘René, als jij nu eens aan fotografie ging denken en niet aan drank, dan heb jij een kans om het hier te maken met jouw talent. Dat is ook wel gebleken want ik heb voor goeie bladen gewerkt. Alleen de alcohol verpestte een heleboel.

Het is genetisch bepaald in mijn familie. Vandaar dat ik vrij jong was toen ik begon. Ben heel bewust gaan spuiten en bewust gaan drinken. Niet zo van dat ga ik ook eens proberen. Nee doen! Heb een vriendje die spoot gebeld en gevraagd of hij mij wilde leren hoe een shot te zetten. Heb spuiten gekocht, had speed en toen heeft ie het mij laten zien.

Dat spuiten heb ik nooit zien zitten om allerlei redenen.

Laatst zit ik naar een film te kijken en zie iemand die een shot zet, close opgenomen en ik denk oh wat lekker. Totdat ie zijn mond open doet en daar een braaksel van woorden uit komt. Toen zei ik ‘dat wil ik niet’. Ik wil de consequentie niet van dat gebruik. Toen heb ik ambulant het Minnesota programma gedaan maar wilde eigenlijk helemaal niet clean worden. Er waren omstandigheden waardoor het beter was om naar de kliniek te gaan. En ik had ook nog de ijdelheid om te zeggen ‘ik geef de kliniek de kans om mij clean te krijgen’. Ik moest een gebruikers geschiedenis maken en toen ik dat schreef en terug las dacht ik ‘die man wil ik niet zijn’. Twee weken later, we zaten op de vijfde etage in de Overschiestraat, liep ik over de etage om te kijken of er beton beneden lag want ik wilde uit het raam springen.

Dat ging niet makkelijk want de ramen konden daar niet open.

Men had dat door en ben onmiddellijk weggehaald. Onmiddellijk moest ik bij de psycholoog komen. We hebben een uur zitten praten. Terug in de groep moesten we allemaal wat vertellen. Een jongen was aan de beurt en die zei: ’ik heb vannacht van René gedroomd. We zaten in de groep en René stond op, pakte een tafel en smeet die door het raam en sprong er achteraan’. Er was dus iemand die dat aanvoelde.

Heb je daarvoor ooit iets van een behandeling gehad?

In 1973/74 heb ik me onder behandeling gesteld bij de Jellinek op de Parkweg voor heroïne. Maar dat was belastingtechnisch.

Toen ik bij de Belastingdienst moest komen en ze vroegen wat ik met het geld had gedaan zei ik ‘in m’n arm’. Toen kreeg ik kwijtschelding omdat ik me heb laten behandelen. Dat kon toentertijd nog. Ben er tien dagen geweest.

En toen je eruit kwam was je clean?

Nee, ik was tien dagen clean. Ben thuis weer gelijk begonnen, waarmee weet ik niet meer.

Doordat je in contact bent gekomen met AA en NA ben je zo richting Minnesota kliniek gesluisd. Waarom specifiek de Minnesota behandeling?

Via de AA en NA werd ik geconfronteerd met de Twaalf Stappen. Iemand vertelde me dat er in Amsterdam sinds kort een twaalf stappen kliniek is geopend. Daar ben ik heen gegaan. Voor mijzelf had ik gesteld: drie maanden ga ik dit volhouden, wat er ook gebeurd. Ik wist gewoon dat door de twaalf stappen en de AA-NA meetings dat dat een verandering teweeg zou brengen in mijn hoofd.

Je bent fanatiek met de NA, tenminste ik hoor je daar veel over. Hoe vaak ga je daar heen?

Ik ben ook voorzitter van NA regio Nederland. Ik ging naar negen verschillende NA meetings; nu nog maar één keer naar een vaste groep en wel elke zaterdagavond in de Jellinek Minnesotakliniek in Amstelveen. Eens in de drie maanden geef ik daar een lezing en ben ook vaak spreker op meetings over Herstel.

Je vrienden en kennissenkring is veranderd, mag ik aannemen?

Ik heb een aantal kennissen en vrienden maar dat zijn geen echte gebruikers. En er zijn een aantal mensen waar ik niets meer mee te maken wil hebben. Maar dat is niet erg want daar zijn anderen voor in de plaats gekomen. Heb mezelf ontdekt en mezelf geaccepteerd voor wat ik ben, ik ben niet meer eenzaam. Dat is voor mij de grote ontdekking geweest met het clean zijn geworden, nu tweeëneenhalf jaar geleden, ik ben niet meer eenzaam. Ik zat hier op een zondagmiddag, luisterde naar het voetbal op de radio, tien over halfvijf waren de voetbalwedstrijden afgelopen, en ik zit daar en zeg zo tegen mezelf ‘ik heb vandaag helemaal niemand gesproken, ben helemaal alleen geweest vandaag’ en toen begonnen mijn ogen te twinkelen en zei ik ‘maar ik ben niet eenzaam’.

Heel belangrijk bij het clean zijn is de impact die het heeft op andere mensen, ik zie dus gewoon hoe mijn familie ontzettend blij met mij zijn, wat ze vroeger niet waren.

Herstel is een ruim begrip omdat je verschillende manieren van herstel hebt.

Belangrijkste is het geestelijk herstel, althans voor mijzelf. De manier hoe ik met het leven omga, hoe ik tegen het leven aankijk. Het vertrouwen wat ik heb, dat is voor mij heel essentieel. En hoe ik totale verandering heb ondergaan en met mezelf heb leren leven en naar de buitenwereld toe. Maar één ding, dat zei ik laatst nog op een meeting, ‘ik ben nog net zo’n grote klootzak als vroeger, ik hoef het me alleen niet meer aan te trekken. Ik doe mijn best dat niet meer te zijn. Ik geloof niet dat al mijn persoonlijkheidsstoornissen weg zijn, die zijn namelijk helemaal niet weg. Ik probeer alleen niet meer op die manier te leven. Hoe daar mee om te gaan heb ik geleerd binnen de NA. Hoe ik tegenover andere mensen gaan staan, accepteren van dingen zoals ze zijn, maar ook mijzelf accepteren voor wat ik ben. Voor mijzelf is het puur het Twaalf Stappen programma, ik heb me dat helemaal toegeëigend als een manier van leven. En deze manier van leven bevalt me uitstekend.

Je hebt zicht op verslavingszorg zoals we die hier in Amsterdam hebben. Je zit notabene in de Cliëntenraad van Arkin-Jellinek. Als we praten over Herstel gaat het ook over Dagbesteding. Na de behandeling moet je iets om handen hebben en niet thuis in de stoel blijven zitten zo van ‘kijk mij eens lekker clean hier te zijn’. Hoe kijk jij hier tegenaan?

Kijk, het moet uit je zelf komen. Ik heb het geluk dat ik kunstenaar ben. Ik schrijf nog steeds, ik werk aan een aantal projecten, ben een toneelstuk aan het regisseren en ik ben met mijn ogen weer aan het fotograferen. Weliswaar krijg ik wat technische assistentie die ik nodig heb. Met mijn activiteiten voor de NA en Arkin erbij heb ik het hartstikke druk met mijn dagbesteding.

Als ik in de klinieken kijk en op de meetings denk ik ‘van al die mensen die nu in behandeling zijn redt tien procent het misschien’. Je ziet ook veel mensen terugkomen voor de tweede of derde keer. Het heeft allemaal met je zelf te maken, met je eigen karakter, wat wil ik, hoe kan ik met dingen omgaan. Vandaar dat ik het ook allemaal heel klein hou, alles is bij mij alleen voor vandaag. Ik heb geen enkele illusie dus ook waar ik geen desillusies van krijg. Dus ik verheug me nergens op; ik verheug me op het moment. Kijk ook alleen maar naar de positieve kanten van dingen die gebeuren. Als ik bijvoorbeeld ergens naar toe zou gaan en dat gaat niet door, dan gebeuren er andere dingen die ik ga doen. Dan moet ik niet denken ‘getverderrie het is niet door gegaan’. Nee, dan heb andere dingen gedaan, net zo fijn, net zo prettig. Het is het accepteren van dingen zoals ze zijn. Als ik mensen hoor zeggen ‘nu heb ik wel een borreltje verdiend’, dan denk ik ‘een borrel verdiend’? Zodemieter op, ik had zeven redenen om te gebruiken, van maandag tot en met zondag. De rest is bullshit. Ik was blij als mijn vrouw ruzie maakte want dan ging ik naar de kroeg, begrijp je.

Nu na tien jaar fotografeer ik weer. Ik heb een gigantisch probleem met mijn ogen, ik zie bijna niets. En het lukt me, het werk ziet er goed uit maar ik hoef er niets mee. Als er wat mee gebeurt is het goed maar als er niks mee gebeurd is het ook goed. Maar ik fotografeer weer en ik denk dat dat Herstel is. Doe de dingen die je moet doen maar heb er geen verwachtingen van. Als er wat van komt is het meegenomen en als er niks van komt is het ook goed. Maar je bent gewoon goed bezig voor jezelf.

Hoe doe je dat met het fotograferen als je bijna niets ziet?( René heeft maculadegeneratie. Dat is een oogaandoening waarbij gezichtsscherpte afneemt.)

Met een digitale camera fotografeer ik via het lcd scherm waar ik een vergrotende loep op heb zitten. Met autofocus en die zegt piep als het goed is. Ers is wel iemand die mij assisteert. Via m’n computerscherm kan ik het beeld ‘kroppen’ en verder bewerken.

Laatst in de keuken liet ik bijna iets vallen en schreeuw ‘verdomme, zak dat je bent’. Toen dacht ik bij mijzelf ‘waar ben je nou mee bezig’? Er is niets aan de hand, niets is gevallen. Dat is een andere manier van denken. En niet zo van bijna dit, bijna dat. Zoals waar mensen mee bezig zijn, ‘als me dit overkomt en als me dat overkomt en als me dit en als… Ik was vroeger ook zo. Weet je, ik word nu wakker en denk van wauw weer een dag. Ik ben vijfenveertig jaar lang wakker geworden met van oh god, nee niet weer een dag, hoe kom ik hier nu weer doorheen. Die tijd is voorbij!

Connect Portaal

m.evers@platformggz.nl maakt gebruik van het Connect portaal.

Meld je direct aan om contact op te nemen
Meer ervaringsverhalen